Mijn kind wil een andere omgangsregeling
27 september 2021
Het kan zoveel pijn doen als je kind met de boodschap komt dat het een andere omgangsregeling wil. Ouders en stiefouders voelen zich vaak persoonlijk afgewezen. Nu hebben ze zo hun best gedaan om goed voor het kind te zorgen en het gezellig te maken, zoveel rekening met het kind gehouden, en dan nog wil dit kind liever bij de andere ouder wonen.
De invloed van de andere ouder
Vaak wijzen ouders en stiefouders naar de andere ouder als de veroorzaker van de ellende. Die heeft op het kind ingepraat, die heeft jou en je nieuwe partner zwartgemaakt, die geeft het kind altijd overal zijn zin in, of die heeft het kind omgekocht met paardrijles of een grote kamer als het instemt met een verhuizing. Mensen kunnen ook het idee hebben dat het kind kiest voor die andere ouder omdat die meer geld te besteden heeft, een groter huis heeft, of omdat er daar geen broertjes en zusjes zijn die ook aandacht vragen. En soms hebben ouders en stiefouders gelijk, en is dit het geval, of speelt het mee.
Logische redenen voor een andere omgangsregeling
Maar er zijn ook situaties waarin kinderen er echt doodmoe van worden om steeds te verhuizen, en zich steeds aan te moeten passen aan het andere gezin, waarin ze rust willen, één plek waar ze al hun spullen en vriend(inn)en hebben en zich beter thuis voelen. Dan willen ze van een 50/50 regeling of een weekendregeling naar een regeling waarbij ze af en toe op bezoek komen, misschien niet eens op vaste tijden, maar wanneer het hen goed uitkomt, en eigenlijk is dat best logisch. Dan houden ze meer energie over voor hun schoolwerk, en is het gemakkelijker om af te spreken met andere kinderen, of om te sporten en aanwezig te zijn op alle trainingen en wedstrijden.
Misschien is het ook zo dat jouw kind geen goede klik heeft met jouw nieuwe partner, of niet kan wennen aan de nieuwe situatie, en zich daarom niet meer thuis voelt bij jou. Dat is vervelend, maar liefde laat zich niet dwingen. Ik zie in mijn praktijk nogal wat stiefouders die moeite hebben met de kinderen van hun partner. Ze doen hun best, ze slikken veel in, maar ondanks alle goede bedoelingen werkt het niet. Als dat voor een volwassene al zo moeilijk is, hoe moeilijk moet dat dan niet zijn voor de kinderen? Als het kind dan zelf een andere omgangsregeling wil, dan kan dat een goede oplossing zijn voor iedereen. Dat is geen schande, en dat is niemand’s schuld. Dat is wijsheid van het kind dat niet langer die spanning wil, maar zijn ouder wel die nieuwe partner gunt.
Er zijn ook kinderen die er, nadat ze jarenlang vooral bij de ene ouder gewoond hebben, behoefte aan hebben om ook de andere ouder te leren kennen. Zeker als kinderen in de puberteit komen, trekken ze vaak naar de ouder van het eigen geslacht. Dat is een gezonde ontwikkeling.
Tips voor het gesprek met het kind dat uit huis wil
In alle gevallen waarin de kinderen zeggen dat ze de omgangsregeling willen veranderen, is het belangrijk om deze wens serieus te nemen. Het is een misverstand dat kinderen van 12 jaar en ouder zelf mogen beslissen waar ze wonen (ze mogen alleen hun mening geven), maar naar die mening moet wel echt geluisterd worden.. Bespreek daarom rustig met hen wat ze willen, en luister goed. Neem daarbij een nieuwsgierige houding aan, en vooral geen gekwetste of verwijtende. Vraag wat er dan voor hen gemakkelijker of beter zou worden (die vraag is veel gemakkelijker dan de ‘waarom-vraag’), en vraag of ze zelf ook nadelen zien. Bespreek de praktische gevolgen, en vraag of ze zich daar bewust van zijn, en hoe jullie die eventueel op gaan lossen.
Vraag ook of ze het al met hun andere ouder besproken hebben, en wat die ervan vindt, want voor hem of haar heeft het natuurlijk ook gevolgen. Zeg dat je het zelf ook graag met de andere ouder wil bespreken (en doe dat ook). Wil je kind vaker bij jou zijn en heb je een nieuwe partner, zeg dan dat je dit ook met deze moet overleggen, omdat het voor haar of hem ook gevolgen heeft. Meer over deze situatie vind je in de blog Wat als de stiefkinderen bij jullie komen wonen.
Je mag gerust laten merken dat je het jammer vindt, en uitspreken dat je graag wil dat het contact met jou (en de rest van het samengestelde gezin (als je dat hebt) dan op een andere manier plaats gaat vinden. Probeer daar afspraken over te maken, waarbij je ook echt het kind zelf met voorstellen laat komen en goed luistert. Bedenk dat de kwaliteit van contact vele malen belangrijker is dan de kwantiteit. En kwaliteit zit hem niet in wat je doet, maar in de aandacht en interesse die je hebt voor je kind.
Tenslotte is het van belang om een proeftijd vast te stellen (bijv. drie maanden) en af te spreken dat je het daarna samen gaat evalueren, liefst met de andere ouder en eventuele stiefouders erbij. Maar als dat echt niet kan, kun je het ook met hen evalueren voordat je het gesprek met het kind hebt. Wat ging goed, wat viel tegen, en welke aanpassingen kunnen er gedaan worden? Het geeft kinderen een veilig gevoel als ze weten dat ze zonodig terug kunnen. Kinderen leren door te doen en te ervaren. Sla ze niet om de oren met “zie je wel, ik wist wel dat dit niet ging werken”, maar zeg: “goed dat je het geprobeerd hebt, jammer dat het tegenviel, maar je hebt er vast veel van geleerd en bent in elk geval een ervaring rijker”.
De andere ouder wil verhuizen
Je kunt ook te maken hebben met de situatie waarin één van beide ouders wil verhuizen, waardoor een 50/50 regeling niet meer mogelijk is. Als ouder met gezag kun je dan dwars gaan liggen en het uitvechten voor de rechter. Daar worden de kinderen meestal niet gelukkig van. Het verslechtert de relatie tussen de ouders, en een rechtszaak kost heel veel tijd en energie die dan niet aan de kinderen besteed kan worden. Soms vinden ouders dat het kind dan maar halverwege de twee woonplaatsen naar school moet gaan. Dan moet dit kind dus naar een nieuwe school, in een omgeving waar het niemand kent, en waar spelen met andere kinderen altijd een gedoe is. Daar komt de dagelijkse reistijd dan nog bij. Dat is niet alleen belastend voor het kind, maar ook voor de ouders die het moeten brengen en halen. Dus zo’n regeling gaat ten koste van het hele gezin. Natuurlijk is het slikken als je kind mee verhuist met één van de ouders, maar ook dan geldt dat kwaliteit belangrijker is dan kwantiteit, en dat je het gemakkelijker maakt voor het kind als je het steunt in de nieuwe situatie.
Het gemis voor halfbroertjes en -zusjes
Soms zijn stiefouders bezorgd dat hun stiefkinderen het contact met hun halfbroertjes en -zusjes gaan verliezen als ze veel minder gaan komen. Ze zijn bang dat deze jongere kindjes, die hun eigen kinderen zijn, hun grote halfbroer of -zus heel erg gaan missen. Ze vragen immers nu al regelmatig wanneer die weer komt, en zijn teleurgesteld als die een keer niet komt. Dit is een begrijpelijke emotie, en het mag ook gerust als nadelig gevolg genoemd en besproken worden. Maar hoe de kleintjes hiermee omgaan, is vooral afhankelijk van de ouders. Zijn die boos en teleurgesteld omdat de grotere kinderen niet meer komen, dan zijn de kleintjes het ook. Leggen ze uit dat de grote kinderen het fijner vinden om op één plek te wonen, omdat dat makkelijker is met school, vrienden en sport, of omdat ze een tijdje bij de andere ouder willen wonen, of omdat hun papa of mama verhuist naar verder weg, dan snappen ze dat wel. Uiteindelijk gaan grote kinderen altijd een keer uit huis, en hebben de jongere kinderen daarmee te dealen. Dat kunnen ze best, als hun ouders het ook kunnen en het goede voorbeeld geven.
27 september 2021
Nanda Poulisse, Gezinspraktijk Gestel
Let op: Deze blogs verschijnen 12 oktober 2024 in boekvorm en zijn dan na een tijdje online niet meer beschikbaar. Het boek heet Stief-wijzer. Een gids voor samengestelde gezinnen. Je kunt het bestellen in de webshop van de Stiefacademie Nederland.
Meer lezen?
Er staan nog veel meer blogs over samengestelde gezinnen en echtscheiding op deze website. Scroll omlaag tot je een onderwerp vindt dat je aanspreekt. Lees bijvoorbeeld:
Wat als de stiefkinderen bij jullie komen wonen?
Ik voel me niet thuis in mijn samengestelde gezin
50 vragen voor wie wil gaan samenwonen met iemand die al kinderen heeft
Je mag deze blog gerust delen. Ik ben er blij mee.