Het kind als boodschapper tussen gescheiden ouders
15 november 2018
Het kind als boodschapper tussen gescheiden ouders
Het komt nogal eens voor dat kinderen van gescheiden ouders ingezet worden als boodschapper tussen hun ouders. Ouders en stiefouders in mijn praktijk klagen erover omdat ze het belastend vinden voor de kinderen, en kinderen vinden het niet fijn. Hoe ga je daar nou het beste mee om?
Waarom gaan boodschappen via de kinderen?
Soms lijkt het alsof een boodschap via de kinderen gaat, maar vertellen kinderen uit eigen beweging, spontaan dingen die ze opgevangen hebben bij de andere ouder. Het kan zijn dat ze daar mee zitten en het kwijt willen. Soms vertellen kinderen iets omdat ze zelf een mening hebben, en voor hun eigen belang opkomen, al dan niet hiertoe aangespoord/ondersteund door de andere ouder. En soms is het zo dat kinderen de opdracht krijgen om een boodschap, vraag of klacht over te brengen. Meestal is dat het geval als de communicatie tussen de ouders dusdanig verstoord is, dat de ouders het zelf niet meer aandurven of niet meer op kunnen brengen.
Boodschappen die ook van de kinderen zelf zijn
Het is niet erg als kinderen een boodschap van een ouder overbrengen die tegelijk ook hun eigen boodschap is, bijvoorbeeld als ze willen praten over iets waar ze mee zitten, of voor hun eigen belang opkomen. Het is dan altijd goed om te luisteren en te vragen wat ze er zelf van zouden vinden. Wat zouden de voordelen zijn, zouden er ook nadelen kunnen zijn, hoe zien ze het praktisch voor zich? Hoe nieuwsgieriger je bent, hoe beter je je een beeld kunt vormen van wat het kind zelf wil. Zodra jij je negatief uitlaat over hun boodschap, haken kinderen af. Ze voelen zich niet gezien en niet gehoord, en de kans op een goed gesprek is verkeken. Als je je kind goed gehoord hebt, kun je altijd nog zeggen dat je er over na wil denken en het er met hun vader/moeder over wil hebben.
Het voordeel van zo’n gesprek is dat je er gaandeweg vanzelf achter komt of het over iets gaat waar het kind zelf mee zit, of dat het alleen een boodschap is van de andere ouder. Dan is wel van belang dat je het gesprek open ingaat, in de veronderstelling dat het kind zijn eigen boodschap overbrengt. Als je begint met de vraag ‘moet je dit van papa/mama zeggen’, dan is de kans namelijk groot dat het kind meteen afhaakt. En ook al gaat het om een boodschap van de andere ouder, het kind vindt het waarschijnlijk toch fijn om er met jou een open gesprek over te kunnen hebben.
Boodschappen van de andere ouder en loyaliteitsconflicten
Als kinderen in opdracht van één van de ouders een boodschap over moeten brengen aan de andere, dan is dat ongewenst, zeker als het om boodschappen gaat waarvan het kind weet of aanvoelt dat die gevoelig liggen (en kinderen voelen veel meer aan dat je denkt). Het kind moet dan de strijd aangaan in de plaats van de ouder die dat zelf niet meer wil (of durft). Het krijgt dan mogelijk een emmer verwijten over zich heen, die voor de andere ouder bedoeld zijn, maar hem wel raken want het kind is voor de helft de andere ouder. Als het doet wat papa vraagt, krijgt het ruzie met mama. Als het weigert, krijgt het ruzie met papa. Op die manier raakt het kind in een loyaliteitsconflict.
Samen het gesprek aangaan: hoe doe je dat?
Moeilijke boodschappen, die gevoelig liggen, kunnen ouders dus het beste zelf aan elkaar over te brengen. Hoe doe je dat? Kondig het gesprek eerst aan, en zeg waar het over gaat. Zeg dat je geen beslissing wil nemen, maar het er een keer goed over wil hebben. Zet dan de feiten op een rijtje. Wat je wil, en wat daar de voor- en nadelen van zouden zijn voor jullie kind, maar ook voor jouzelf en de andere ouder. Vraag welke voor- en nadelen de andere ouder ziet. Bespreek hoe je het in de praktijk zou organiseren. Kijk welke problemen je kunt verwachten, en bespreek hoe je die problemen op zou kunnen lossen.
Feiten, overtuigingen en emoties
Belangrijk in zo’n gesprek is dat je feiten en overtuigingen (met de daaraan gepaarde emoties) uit elkaar weet te halen. Bedenk daarbij overtuigingen meestal gebaseerd zijn op feiten. Bijv. hij/zij zorgt niet goed voor haar is een overtuiging. Die kan gebaseerd zijn op het feit dat hij/zij vorige week is vergeten om jullie dochter van school te halen, of haar laatst in de auto naar huis bracht terwijl hij/zij gedronken had. Benoem dan de feiten, en geef aan dat je daardoor bent gaan twijfelen aan de goede zorg die de andere ouder kan bieden. Jullie zouden dan samen kunnen bespreken wat jullie kunnen doen om weer vertrouwen in elkaar te krijgen. Overigens, jij hebt geen vertrouwen in mij is ook een overtuiging. Vraag je eens af uit welke feiten dat blijkt, en benoem die. Heb het vervolgens over de feiten, en wat jullie daaraan kunnen doen.
En wat als een goed gesprek er niet meer inzit?
Als het jullie niet meer lukt om samen in gesprek te gaan, dan zou je nog kunnen proberen een mail te sturen met daarin de feiten, de voor- en de nadelen, en wat voor jou de mogelijke oplossingen zijn. Vraag daarbij welke voor- en nadelen de andere ouder ziet, en hoe die het op zou lossen.
Is ook mailcontact niet meer goed mogelijk, beperk je dan tot het aanhoren van de boodschap van je kind, en probeer erachter te komen wat het kind zelf wil. Dat wil niet zeggen dat je daar per se in mee moet gaan. Je kunt wel luisteren, het kind erkenning geven voor zijn beleving en gevoelens, en vervolgens jouw zienswijze geven. Heeft het kind moeite om met de andere ouder om te gaan, bemoedig het dan, en zoek samen naar een manier waarop de situatie voor het kind het best te hanteren is. Dan voelt je kind zich in elk geval gehoord.
November 2018
Nanda Poulisse, Gezinspraktijk Gestel
Let op: Deze blogs verschijnen in het najaar van 2024 in boekvorm en zijn dan online niet meer beschikbaar. Als je belangstelling hebt voor het boek, mail me dan je naam en mailadres, dan laat ik je te zijner tijd weten hoe je het kunt bestellen. Mijn mailadres is: info@gezinspraktijkgestel.nl
Meer lezen?
Gedragsproblemen en loyaliteit
Kinderen van gescheiden ouders zelf de regie geven
Andere blogs
Je mag deze blog gerust delen. Ik ben er blij mee.